Lichamelijke klachten:

Bij lichamelijke klachten is in de meeste gevallen de relatie tussen oorzaak en gevolg vrij duidelijk. Bijvoorbeeld; iemand valt van de trap en heeft pijn aan het been. Vervolgens gaat hij naar de dokter en die stelt vast dat het been gebroken is. Het is duidelijk dat de pijn veroorzaakt werd door de val die het been heeft doen breken.

​

Psychosomatische klachten:

In vergelijking met lichamelijke klachten lijken psychosomatische klachten wat vreemd te zijn. Veel mensen willen er dan ook liever niets mee te maken hebben. Ze vinden het makkelijker te zeggen dat de pijn te maken heeft met 'iets van het lichaam' in plaats van te moeten zeggen dat de pijn afkomstig is van de 'psyche'. Dit is vreemd. Iedereen heeft immers wel eens last van psychosomatische klachten. Bijvoorbeeld: je hebt een drukke werkdag achter de rug en je hebt heel wat spannende momenten beleefd. Je hebt hoofdpijn. Je hebt in dit geval lichamelijke klachten door teveel aan psychische spanning. Het lichaam maakt dus via de hoofdpijn duidelijk dat er een probleem is en dat je het wat kalmer aan moet doen. Psychosomatische klachten krijgt men wanneer er zich te veel spanning ophoopt. Psychosomatische klachten wijzen op iets. Ze zijn vol van betekenis. Het komt er dan ook op aan goed te luisteren naar de klachten en na te gaan wanneer en waar ze verschijnen.